plantenrijk, en het rijk der delfstoffen, onderscheiden wordt. In navolging van deze uitdrukkingen bezigt men ook wel eens die van het rijk der schoone kunsten, het rijk der wetenschappen, enz., om al, wat onder derzelver invloed staat, aan te duiden. Zamenstell.: rijksadel, rijksadelaar, rijksambt, rijksappel, rijksbestuur, rijksbewind, rijksbodem, rijksburger, rijksburggraaf, rijksdaalder, rijksdag, rijksgebied, rijksgenoot, rijkskreits, rijkskroon, rijksleen, rijksleger, rijksoorlog, rijksopperhoofd, rijksopvolger, rijksopvolging, rijksraad, rijksschepter, rijksstaf, rijksstad, rijksstenden, rijksvergadering, rijkszorge, enz. Aardrijk, dierenrijk, geestenrijk, hemelrijk, keizerrijk, koningrijk, oostenrijk, plantenrijk, enz.
Rijk, of rijck, hoogd. reich, Isidor. riih, Kero rihh, Otfrid. rich, angels. rice, neders. riek, ijsl. riki, zweed. rike, deen. rign, fr. regne, eng. reign, ital. regno, stamt van het latijnsche regnum af.