Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S
(1807-1810)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 201]
| |
Een snoer, waarnaar verschillende werklieden hunnen arbeid rigten: die muur is naar geen rigtsnoer opgetrokken. Overdragtelijk, een regel voor iemands gedrag: all' uw geboon zijn 't richtsnoer van mijn leven. L.D.S.P. |
|