[Rebel]
REBEL, z.n., m., des rebels, of van den rebel; meerv. rebellen. Een wederspannige, die zich met openbaar geweld tegen zijne regtmatige overheid verzet: alle ongehoorzamen zijn nog geene rebellen. Van hier rebelleren, rebellie, rebellig, rebelligheid. Dit woord is in het holl., hoogd., fr. en meer andere talen overgenomen van het lat. rebellis.