[Rabarber]
RABARBER, z. n, vr., der, of van de rabarber. De wortel van eene plant, welke aan de noordelijke grenzen van Sina groeit: een lood gestooten Rabarber. Anders ook Rhabarber, zoo als men het in Duitschland spelt. De oorsprong van dezen naam is onbekend. Van verschillende soorten zegt men ook de rabarbers.