Raauw, hoogd. roh, neders. rau, angels. hreaw, eng. raw, zweed. ra, ijsl. rha, finl. raaca, wend. frow, fr. crud, ital. crudo, lat. crudus, beteekent, volgens Adelung, oorspronkelijk enkel hetzelfde, als ruw. Maar is de oorspronkelijke beteekenis van crudus misschien niet in de bloedigheid (cruor) van raauw vleesch gelegen; en stammen raauw, enz. misschien niet evenzeer als cru, of crud, en crudo, van crudus af? Van alle spijzen, die men door middel van vuur toebereiden ging, en waaromtrent men derhalve vervolgens het onderscheid van toebereid of raauw begon te maken, zal immers vleesch wel het eerste zijn geweest; ofschoon vele volken van deszelfs toebereiding vrij lang even weinig werk maakten, als de Israëliten, toen hun in hunne wet geboden werd, geen raauw vleesch van het Paaschlam te eten.