[Pompernikkel]
POMPERNIKKEL, z.n., m., des pompernikkels, of van den pompernikkel; zonder meerv. Eene benaming, welke men aan het grove, zwarte brood der Westfalingen geeft; schoon deze benaming in Westfalen zelf niet thuis behoort. Men gist, ten aanzien van den oorsprong dezes woords, dat een in Westfalen reizende Franschman voor zich brood vragende, op het gezigt van het zwarte Westfaalsche brood, zou gezegd hebben: bon pour mon nickel, zijnde nickel de naam van zijn paard; terwijl de Westfalingen daaruit opmaakten, dat hij hun zwart brood pompernikkel noemde; gelijk men daaraan, uit scherts, voortaan dien naam gegeven heeft.