[Platdijs]
PLATDIJS, z.n., vr., van de platdijs; meerv. platdijzen. Verkleinw. platdijsje. Zeker slag van platvisch, dat onder op den bodem van het water op de linker zijde ligt, en daarom enkel aan den regterkant van het hoofd oogen heeft, anders schol. In het hoogd. platteisze, boh. plateijs, plateijsek, pool. plascezka, eng. plaice, fr. plie, middeleeuw. lat. plada, bij Anson. platessa. Waarschijnlijk van het gr. πλαταξ, dat intusschen eigenlijk een ander slag van platvisch aanduidt.