[Pikkedillen]
PIKKEDILLEN, hier en elders nog gebruikelijk, z.n., vr., der, of van de pikkedillen; in het meerv., 't welk alleen gebezigd wordt, om beuzelingen, nietige dingen, aan te duiden: ik stoor mij aan die pikkedillen niet. Bij Kil. vindt men het verkleinw. pickedillekens, even eens in het meerv. In het enkelv. bedient men zich van het min verminkte onduitsche bagatel, fr. bagatelle.