[Pensebloem]
PENSEBLOEM, z.n., vr., der, of van de pensebloem; meerv. pensebloemen. Verkleinw. pensebloempje. Van pense en bloem. Eene gevlamde driekleurige viool. Van het fr. pensée, eng. pansy, oud nederd. pencebloem, welken naam de Redenrijkers van Schoonhoven aan hun gezelschap gaven.