[Patroon]
PATROON, z.n., o., van het patroon; meerv. patronen. Verkleinw. patroontje. Wordt even als het fr. patron, hoogd. patrone, gebruikt voor een in papier geslagen, of gesneden, of op papier geteekend, of gedrukt, model voor de kleermakers, naaisters, kantwerksters, enz.: zij had gaarn een patroon van zulk slag van mutsen. O geeft mij een patroontje van dat borduur-