[Passiebloem]
PASSIEBLOEM, z.n., vr., der, of van de passiebloem; meerv. passiebloemen. Van passie en bloem. Een plantgewas, in welks bloesem men al de werktuigen, die bij het lijden van Jezus gebezigd werden, afgeschetst meende te vinden. Dit gewas is uit Amerika gesproten.