[Parnas]
PARNAS, z.n., m., van den parnas, zonder meerv. Eigenlijk een berg van Thracie, waar Apollo en de Zanggodinnen gerekend werden te huisvesten. Overdragtiglijk het heiligdom der dichtkunst, evenveel van welk land: Gij zegent den Hollandschen Parnas. Vondel.