[Papa]
PAPA, ond. z. n, m. Eene benaming, waarmede kinderen hunnen vader plegen te roepen en aan te spreken: lieve papa! Zoo spreken intusschen enkel kinderen van zekeren stand, in navolging van de Franschen, van welken men ook den naam van mama voor moeder, en tante voor moei heeft overgenomen. Evenwel moet het aan papa naauw verwante pa hier te lande reeds van ouds in gebruik zijn geweest; aangezien wij van dat woord eene verlenging, paai, in onze taal hebben, en men een' grootvader in het vriesch pa-ke noemt. Nu zijn pa en papa ook wezenlijk niets anders, dan uitdrukkingen, welke de natuur zelve de stamelende kinderen schijnt te hebben geleerd; waarom zij in alle talen, en bij alle natien, verwan-