[Pantomime]
PANTOMIME, z.n., vr., der, of van de pantomime; meerv. pantomimen. Een slag van schouwspelen, waarin men, zonder een enkel woord te spreken, de handelingen en woorden door bloote gebaren nabootst en vertoont; eene italiaansche opera is voor mij eene enkele pantomime. Van hier pantomimist, iemand die pantomime speelt, pantomimisch, aan eene pantomime gelijkende. Het is afkomstig van een Grieksch woord, dat nabootsing van alles beteekent.