[Pakkaadje]
PAKKAADJE, z.n., vr., der, of van de pakkaadje; zonder meerv. Eene hoeveelheid van gepakte goederen, bijzonderlijk, die van een' reiziger, welke men anders ook wel, met een basterdwoord, bagasie noemt: voerman! hebt gij mijne pakkaadje wel bezorgd? Onder de belemmering der pakkaadje. Hooft.