[Overbrieven]
OVERBRIEVEN, bedr. w., gelijkvl. Van het scheidb. voorz. over en brieven: ik briefde over, heb overgebriefd. Eigenl., door middel van brieven berigten: hij heeft het alles naauwkeurig overgebriefd. Figuurl., berigten, bekend maken, ontdekken: wacht u voor hem, want hij kan niet nalaten, alles over te brieven. Van hier overbriever, overbrieving.