[Opwaarts]
OPWAARTS, (opwaart), bijw. van plaats, om eene beweging naar de hoogte uit te drukken: opwaarts gaan. Opwaarts zien.
Opwaarts, hoogd. aufwärts, eng. upward, angels. upweard, in het gedicht op den H. Anno ufwert, is van op en het oude zelfst. naamw. waart zamen gesteld.