[Oote]
OOTE, ootje, woorden der dagelijksche taal. Gene beduidt in eenige streken van ons vaderland grootvader, ook oota geheeten, in andere oorden grootmoeder; dit beteekent grootmoeder. Het komt overeen met atta, gr. αττα. Hierheen behoort het drentsche ette insgelijks.