dersche en Overijsselsche Landregten komt dit woord dikwijls voor. Daar spreekt men van oordeelen bestaden. Een oordeel dragen, dat door iemand verrigt wordt, die het vonnis, dat bij kundige regtsgeleerden over de twistzaak ingenomen is, overbrengt en voorleest.
Zulken raad, bij die regtsgeleerden gehaald, noemt men een geschept oordeel, of vonnis. De onkosten, die daarop loopen, heeten oordeelgelden. Een eindoordeel, waardoor de zaak beslist wordt. Laatste oordeel is een formulier of plegtig voorschrift, dat, in alle banken van Veluwe, voor het scheiden des geregts, wordt uitgelezen, dienende ter vrijspreking van allen, die over eenige zaak in regten aangesproken zijn, doch tegen welke de zaak, bij zittenden geregte, niet vervolgd is; en ter velligverklaring (dat is openbaarmaking, dat de zaak verloren is) van hen, die aangesproken zijn, maar zich, bij de gespannene bank, niet gezuiverd hebben. In deze beteekenis, worden de beide lettergrepen van dit woord, doorgaans, verkort: ordel; meerv. ordels. Zamenstell.: ordeldrager, ordelgeld, ordelwijzer. Adelung denkt (want in het hoogd. zegt men ook bij verkorting urtel), dat dit uit het zeer oude en lange gebruik van dit woord voortgevleid is; dat hieruit waarschijnlijk is, dat dit de eerste beteekenis van het woord heeft uitgemaakt. Voors beduidt dit woord, in eenen godgeleerden zin, het laatste of algemeene oordeel. De dag des oordeels. Ook heeft dit woord de beteekenis van allerlei straf, van God den menschen tot tuchtiging in dit leven opgelegd, aangenomen: ick hebbe gevreest voor uwe oordeelen. Bybelv. Dat is een zwaar oordeel van God over dat land. Onder een oordeel liggen. In den Bijb. stijl heeft het ook de beteekenis van Gods heilige en regtvaardige handelwijs in de wegen zijner voorzienigheid. 2. In verdere beteekenis, duidt het aan elke beslissing des verstands over eenige zaak, het zij men, over twistzaken of andere dingen, zijn gevoelen moet uiten: Paris oordeel stak
haer nogh diep in den krop. Vond. Zijn oordeel vellen - opschorten. Ik zal er mijn oordeel over zeggen - uiten - geven. Iemands oordeel vragen. Behoudens beter oordeel. Zich aan het oordeel van anderen onaerwerpen. Mijns oordeels of naar mijn oordeel, moet die zaak anders behandeld worden. 3. Ook noemen wij oordeel een vermogen der ziel, om,