beleefdelijk. Ten derde, zwanger worden, zoowel als een bedr. w., als onz., niet hebben: in sonde heeft mij mijn moeder ontvangen. Bybelv. Hij ginck in tot Hagar, ende sij ontfinck. Bybelv. Van hier: ontvangenis: van der geboorte ende van der ontfanckenisse af. Bybelv. - Ontvanger, een persoon, die 's Lands gelden ontvangt: hij is ontvanger geworden. Ontvanger van boeten. Oneig., in den schertsenden stijl, een gemak; ook een bak, waarin water stort. Voorts: ontvangbaar, ontvankelijk.
Ontvangen, hoogd. empfangen, bij Ker. entfangen, Notk. en Otfr. infangan, intfangan.