Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O
(1804-1806)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 434]
| |
scheidb. voorz. onder en krijgen: ik kreeg onder, heb ondergekregen. Onder zijne magt doen bukken: zoo veel krijghs en kriegelheits, om Vrankrijk onder te krijgen. Hooft. |
|