Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O
(1804-1806)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 377]
| |
Iets omdoen, met oogwit om het met spelden vast te maken: eenen doek omspelden. Ook omkeeren en met spelden vast maken. |
|
[pagina 377]
| |
Iets omdoen, met oogwit om het met spelden vast te maken: eenen doek omspelden. Ook omkeeren en met spelden vast maken. |
|