O.
[O]
O is de veertiende letter van het Nederduitsche abé, gelijk zij, onder de klinkers, de vierde in orde staat. Zij wordt, door eene ronde opening van den mond, uitgesproken, hebbende, nogtans, een dubbel geluid, alzoo zij dan eens zacht, dan eens scherp is. Zij is kort en zacht in hond en dol: een dolle hond; zij is kort en scherp in nórsch en kóp: een nórsche kóp. Wederom is zij lang en zacht in koper (metaal); zij is lang en scherp in kooper, verkooper. Zie hierover breeder, in de Inl. bl. 17-32.