[Muzelman]
MUZELMAN, z.n., m., des muzelmans, of van den muzelman; meerv. muzelmannen. Met dien naam benoemt men de geloovige Turken of aanhangers van Mohamed. Het is ontstaan uit het arab. moslemin, dat eenen omhelzer van den Islam, of het ware geloof aanduidt, welken naam Mohamed aan zijne leer gaf. Het wortelw. is שׁלﬦ.