[Monster]
MONSTER, z.n., o., des monsters, of van het monster; meerv. monsters, monsteren. Een woord, bij makelaars veel in gebruik; een staal, een proefje, van eenige waren of goederen, waarnaar men dezelve leveren kan, een toonstuk: een monster van papier, koren enz. Van het fr. montre, en dit van het lat. monstrare, aantoonen. Zamenstell.: monsterblad. Monster is ook, in het gemeene leven, een patroon, voorbeeld.