[Monster]
MONSTER (munster), z.n., vr., der, of van de monster; meerv. monsters. Een oud woord, nog overig in Westmunster, Noordmunster. Het is, eigenlijk, een klooster, van het lat. monasterium, bij Ker. munistre. Van hier eene kerk, kloosterkerk: die Monster van Rensborch mede dede sie maken. M. Stoke.