[Mogelijk]
MOGELIJK, bijv. n. en bijw. De trappen der vergrooting worden bij dit woord omschreven. Dat geene tegenspraak lijdt; in eenen bepaalden wijsgerigen zin: beweging is mogelijk. Het is niet mogelijk, dat God liege. In het gemeene leven, gebruikt men het ook van iets, dat, onder zekere omstandigheden, zijn of geschieden kan: hoe is het mogelijk, dat in dien man zulke laagheid valle? Dat niet strijdt met onze kragten, vatbaarheden, noch met de gelegenheden en omstandigheden: het is mij niet mogelijk, u, thands, te helpen. Ik heb alle mogelijke moeite gedaan. Dat is zedenlijk mogelijk. Als bijw., voor misschien: mogelijk doet hij het. Men zal mogelijk denken. Van hier mogelijkheid.