[Middelmuur]
MIDDELMUUR, z.n., m., des middelmuurs, of van den middelmuur; meerv. middelmuren. Scheidmuur, gemeene muur. Ook een muur, die anderen van naauwere gemeenschap afweert: den middelmuur des afscheijtsels gebroken hebbende. Bybelv. Van middel en muur.