Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O
(1804-1806)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 79]
| |
schijnt, in het algemeen, een ding van het vrouwl. geslacht te beteekenen. Hiermede komt overeen het hoogd. metze, eene hoer, ons mot, motte, eene zeug en hoer, het spaansche moça, een meisje, het opperd. metze, eene teef. |
|