[Marmel]
MARMEL, z.n., m., des marmels, of van den marmel; meerv. marmels. Een knikker (ook alabaster in Groningen genaamd), waarmede kinderen spelen, hetzij van marmer gemaakt, hetzij als marmer gekleurd. Van hier het onz. w. marmelen, met zulke knikkers spelen.