de natuur der zaak bepaalde, grootte: ende de wateren opwoeg in mate. Bybelv. De mate uwer gierigheyt. Bybelv. Bijzonderlijk, het voor iemand bestemde, of toegemeten deel: na de mate des geloofs. Bybelv. De maat mijnes lijdens is te groot. De maat zijnes levens was kort. Hierheen behooren ook de spreekwijzen: de wijsheid in eene ruime maat bezitten. Zij ondervinden de treurige indruksels daarvan, in eene volle maat. Naar de maat mijner kragten. Eene, met de natuur der zaak overeenkomstige handeling: men moet in alle dingen maat houden. Kastijdt mij, Heere, doch met mate. Bybelv. Somwijlen ook in het meerv.: met maten eten en drinken. Boven maten. Hierheen behoort ook uitermaten, uitermate, ongemeen, reeds bij M. St. utermate. - De wijs, waarop iets gemeten wordt: drie voet amsterdamsche maat. Iets, waarmede men uitmeet: eene maat erwten. Iets bij de kleine maat verkoopen. Twee maten olie. Ik heb mijne maat niet, men heeft mij te weinig gemeten. Iemand eene ruime, of volle maat geven. Van hier overdragtiglijk: iemand de maat vol doen, vol meten, in alles involgen, in alles zijn genoegen geven. Zamenstell.: hoerenmaat, bedriegelijke maat, - koornmaat, melkmaat, rondemaat, scheepsmaat, wijnmaat, - maatjespeer, bergamotpeer, enz. - Voorbeeld, bestek, evenredigheid: op zijne maat, iets naar zijne maat, op zijne maat, maken. - Datgeen,
waarmede men iets afmeet, of de maat van iets neemt: de kleermakers gebruiken eene papieren maat. Zamenstell.: kleermakersmaat, schoenmakersmaat, voetmaat, - maatstok, enz. Zangmaat: de maat slaan; ook figurel., het voornaamste bestier in iets hebben - de maat houden. Uit de maat geraken, in de maat blijven. Zamenstell.: dichtmaat, - maatgezang, maatklank. Van maat is ook maatregel, regelmaat, matig enz. gevormd.
Dit oude woord heet, in al de genoemde beteekenissen, bij Isid. mezssa, Ker. mez, Notk. meze, eng. measure, lat. mensura. Andere talen verwisselen de s, of z, voor t, als ons maat, neders. mat, angels. maete, mat, mitte, zw. mätt, alban. mata, waarmede wij het lat. modius, gr. μοδιος, en hebr. מד kunnen vergelijken.