[Dus]
DUS, bijw., beteekenende op deze wijs: dus sprak hij - dus deed hij. M. Stoke bezigt het ook in den zin van hierom, om deze rede. En zoo wordt het ook nog gebruikt: gij hebt mij eenen grooten dienst gedaan, dus kom ik u bedanken. Somwijlen wordt al voor dus gevoegd, om den zin te versterken: aldus. Zie al. Dus is ook in den zin van zoo gebruikt geweest: dus grote quaetheit en dus grote sonde. Byb. 1477.