Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D
(1799-1801)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 477]
| |
ken: bres schieten. Die, na de bres, gemaakt in Plutoos poort. Vond. De vijand rukte door de bres in de stad. Zich in de bres stellen, zich in de door den vijand gemaakte opening plaatsen, en hem daar bevechten; en bij overdragt: zich voor iemand in de bres stellen, zich ter bescherming, of verdediging van iemand stellen. |
|