[Borrel]
BORREL, z.n., m., des borrels, of van den borrel; meerv. borrels. Het verkleinw. borreltje. Blaasje, of bolletje, op het water, hetzelfde als waterbel. Overdragt., een glas sterken drank, dat frisch ingeschonken wordt, en waarop zich, daardoor, borreltjes, of ronde bolletjes, vertoonen: hij houdt veel van den borrel - een borrel jenever, enz. En bij verdere overdragt, een fleschje met sterken drank gevuld: hij draagt den borrel bij zich.