Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D(1799-1801)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Bevriend] BEVRIEND, verled. deelw., van het veroud. bevrienden. Verwant: met iemand bevriend zijn, in bloedverwantschap staan. Ook door vriendschap vereenigd: zij zijn met malkander zeer bevriend. Vorige Volgende