Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D
(1799-1801)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 364]
| |
zaak heeft haar beslag gekregen, is uitgevoerd, voltooid - beslag van het brood, van de glazen, uitslag, bezwalking. Oul. werd het woord beslag ook nog in eenen anderen zin gebezigd, naamlijk in dien van omslag, omstandigheid; b.v.: Geluckigh, is de man, die in vernoeghden staet, En met een kleyn beslagh, in stilt', te bedde gaat. F. v. Dorp. |
|