Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D
(1799-1801)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 361]
| |
volk beschermen. Van hier ook beschermer, bescherming, beschermster. Zamenstellingen zijn beschermengel, beschermgod, beschermheer, enz. Biscirman, biskirmen, beskirmen, biscirmen, komt, in de opgegevene beteekenissen, reeds bij Ottfrid. en Willeram. voor. De Zweden zeggen ook beskerma, en de Denen beskiärme. |
|