[Bedelzak]
BEDELZAK, z.n., m., des bedelzaks, of van den bedelzak; meerv. bedelzakken. Een zak, waarin de bedelaars het gebedelde met zich voeren. Overdragtiglijk, voor de uiterste armoede: iemand aan den bedelzak helpen - tot den bedelzak gebragt zijn.