Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D
(1799-1801)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 280]
| |
belaar; meerv. babbelaars. Snapper. Van babbelen. Van hier ook babbelaarster, babbelarij. |
|
[pagina 280]
| |
belaar; meerv. babbelaars. Snapper. Van babbelen. Van hier ook babbelaarster, babbelarij. |
|