Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D(1799-1801)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Andijvie] ANDIJVIE, z.n., v., der, of van de andijvie; het meerv. is niet in gebruik. Zeker gewas: de andijvie is reeds opgebonden, om geel te worden. Andijvie, bij Kil. endivie, lat. en ital. endivia, spaan. endibia, fr. endive, eng. endyve. Vorige Volgende