[Anderzins]
ANDERZINS, bijw. en voegw. Van ander en zin. Als bijw., in eenen anderen zin, op eene andere wijs: deze woorden moeten anderzins opgevat worden. Als voegw., behalve dat: anderzins was hij een eerlijk man. In een ander geval: andersins soo soude ick het u geseght hebben. Bijbelvert.