Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D
(1799-1801)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 40]
| |
Een jonge telg, of plant. Ook voor iemand, die tot de eene of andere kunst, of wetenschap, opgeleid wordt. Zie over het gemeene geslacht der woorden, in ling uitgaande, aankomeling, en ling. |
|