Democritische Tafelliedjes(1822)–Adriaan Loosjes, Jan van Walré– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 24] [p. 24] De verjaring van een' broeder. Wijze: Ils sont passés, ô ma patrie! Wanneer langs duizend kronkelwegen, Of effen afgemeten baan, Ter zijde een herberg is gelegen, Klopt daar vermoeid de wandlaar aan; De waard heeft naauw zijn deur ontsloten, Of 't galmt hem toe, met luid getier, Het blij geroep van reisgenooten:} tweem. Zijt welkom hier! Zijt welkom hier!} tweem. [pagina 25] [p. 25] Dat welkom, broeder! rolt u tegen Uit aller hart, uit aller mond; De reis, volbragt langs hobbel-wegen, Voert u ter feest in dezen stond: En zoudt gij dan den Waard vergeten, Die u al lagchend binnenliet, Op 't wereldrond een beter weten,} tweem. Dan democriet? Dan democriet?} tweem. Was ginds de zon voor u verborgen, Hier wacht u 't gloeijend avondrood, En lustig werpt gij al uw zorgen Ter neder in den vrienden-schoot: Want wie er u ook 't feestlied zingen, Geen stemt er zoo het jubellied, Dan de opgeruimde volgelingen} tweem. Van democriet! Van democriet!} tweem. [pagina 26] [p. 26] Komt, broeders! vult den vriendenbeker Met druivenbloed, tot aan den rand: Het geldt een' heilgen dronk voorzeker; Komt, vat hem allen in de hand! Moog, broeder! u geluk bestralen, Dat vriendschaps-roos uw treden sier', En wij den kreet nog vaak herhalen :} tweem. Zijt welkom hier! Zijt welkom hier!} tweem. Vorige Volgende