Democritische Tafelliedjes(1822)–Adriaan Loosjes, Jan van Walré– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 10] [p. 10] Het vaderland en de koning. Wijze: Pour un peuple aimable et sensible. Als bij den wijn, in vriendenkringen, De vreugde in hart en hoofd gebiedt, Dan moet de Nederlander zingen, Al is het vaak een kunstloos lied; Het bloed stroomt sneller door zijn aadren, Een edel vuur ontgloeit zijn borst; En, denkende aan den roem der vaadren, Zingt hij zijn Vaderland en Vorst. (tweem.) [pagina 11] [p. 11] Hij moge 't zoet der vriendschap roemen; En zingen 't heil van d' echten band, Of kroonen Amors beeld met bloemen, Maar nooit vergeet hij 't Vaderland. Hij voelt een tintlend vuur in de aadren, Een vuur, dat d' eersten willems borst Ontgloeide, aan 't hoofd der dappre vaadren, En zingt zijn Vaderland en Vorst. (tweem.) Roemt vrij, o volken! op uw waarde, Op grootheid, deugd of heldenmoed; Geen volk bestaat er op deze aarde, Waar Neêrlands volk voor onderdoet: Nog woont hier 't waardig kroost der vaadren, Voor 't eedle en goede klopt hun borst, En 't bloed stroomt sneller hun door de aadren, Bij 't lied voor Vaderland en Vorst. (tweem.) [pagina 12] [p. 12] Het erf der Belgen en Bataven Bedreigde en dood en slavernij; Maar 's Vorsten Zoon, aan 't hoofd der braven, Vocht, bij den Viersprong, stout ons vrij: Daar vloot het bloed uit helden-aadren; Maar onverdoofd gloeide in hun borst Het vrijheidsvuur der dappre vaadren, Luid klink' dan 't lied; voor Land en Vorst! (tweem.) Vorige Volgende