XXIII.
Hertog Christiaan van Brunswyk wordt geslaagen.
De oorlog te lande werdt, dit jaar, van wederzyde, flaauwlyk gevoerd. 't Beleg van Bergen op Zoom hadt den vyand, en't ontzet deezen Staat zo veel gelds gekostGa naar voetnoot(k), dat beide de partyen tyd behoefden, om een weinig op hun vernaal te komen. Ook hadden de Staaten den last der Mansfeldsche troepen nog op den hals. Daarenboven, verschaftenze Hertoge Christiaan van Brunswyk, die, van zyne wonde genezen zynde, verreisd was naar Oostfriesland, daar 't overschot zyner benden lag, eenigen onderstand in geld, met welken hy zyne benden versterkte, dezelven, in Bloeimaand, voerende, door Turingen opwaards. Doch de Graaf van Tilly, die last hadt op hem te passen, dwong hem te rug te keeren, en volgde hem op de hielen. In Oogstmaand eerst, raakten de beide Legers slaags by Stadloon. Hertog Christiaan kreeg de nederlaagGa naar voetnoot(l), en werdt genoodzaakt, met zyn meeste volk, de wyk te neemen naar Breêvoort. Daarna, voegde hy zig wederom by Mansfeld in OostfrieslandGa naar voetnoot(m). Men hadt hem, van wege deezen Staat, zes tonnen schats toegestaan, waarvoor hy beloofde zyn Leger, welk hy op vierentwintigduizend man begrootte, den tyd van drie maanden, in hunnen dienst, te zullen houdenGa naar voetnoot(n).