Vaderlandsche historie. Deel 10
(1754)–Jan Wagenaar– Auteursrechtvrij
[pagina 324]
| |
node, bezig was, en de Remonstranten, eerstdaags, de veroordeeling hunner Leere te gemoet zagen, vergaderden, te Rotterdam, op den vysden van Lentemaand, tien Remonstrantsche Predikanten en eenige Ouderlingen en Diakenen, om orde te slellen, op hunne zaaken. In deeze byeenkomst, by veelen eene Tegen-Sinode genaamd, besloot men, het houden van afgezonderde Godsdienstige oeseningen, die, hier en daar, reeds aangevangen; doch gestoord en verbooden warenGa naar voetnoot(s), ernstelyk, door te zetten, onaangezien de Plakaaten, daartegen gemaakt os nog te maaken. Voorts werden, hier, op't behaagen der andere Predikanten, Kerken en Kerkendienaaren van het Remonstrantsch gevoelen, eenige regels ontworpen, waarnaar men zig, in 't byeenhouden, leeren en bestieren der Gemeenten, zou hebben te gedraagen. Onder anderen, besloot men een Vertoog te doen aan de algemeene Staatenen aan den Prinse van Oranje, waarin men den onwettigen handel, dus sprak men, der Sinode van Dordrecht voorhadt aan te wyzenGa naar voetnoot(t). Doch de gedaagde Remonstranten, te Dordrecht, een afschrift bekomen hebbende van 't gehandelde te Rotterdam, oordeelden zulk een vertoog, voor deezen tyd, ongeraadenGa naar voetnoot(u). De Rotterdamsche Byeenkomst, kort hierna, rugtbaar geworden, werdt zeer kwalyk genomen door de Overheid, en voor oproerig verklaard. Ga naar margenoot+In de Sinode, kwam men nu, eindelyk, tot | |
[pagina 325]
| |
het leezen der oordeelen over de vys punten. De Engelschen begeerden, dat dit, openlyk, geschieden zou. Doch de President Bogerman, niet dienstig vindende, dat elk de verschillende gedagten der Leden hoorde, drong door, dat men 't, met geslooten' deuren, deedtGa naar voetnoot(v). Men bevondt toen, dat alle de uitheemschen en verscheiden' inlandschen, met Gomarus, die, na zyn vertrek van Leiden, Professsor te Groningen geworden, en, van daar, naar de Sinode gezonden was; verschilden, over het ondenverp der Goddelyke Voorschikking: waarvoor hy den mensch nam, eer dezelve gevallen was, en de anderen den zelsden mensch, na zynen valGa naar voetnoot(w). Met dit leezen, werden eenige zittingen gesleetenGa naar voetnoot(x). Daarna, ging men over, tot het stellen der Sinodaale Kanons, of Wetten, waartoe eenige Gemagtigden benoemd werden: tegen 't gevoelen van Bogerman, die dit werk gaarne alleen gedaan, en het, daarna, den Leden voorgelegd zou hebben; om 'er hun placet of non placet, goed- of afkeuring, met een enkel woord, op te hoorenGa naar voetnoot(y). Drie weeken werden 'er gesleeten, met het opstellen der Kanons, die, daarna, in drie verscheiden' zittingen, in Grasmaand, gelezen werdenGa naar voetnoot(z). Zy behelsden, voor eerst, de vaststelling der Leere, die voor regtzinnig gehouden werdt: en, ten anderen, de verwerping van 't gene men als dooling aanmerkte. Toen | |
[pagina 326]
| |
las men ook een ontwerp van afkeuring eeniger harde spreekwyzen. Alles werdt met genoegzaame eenstemmigheid goedgevonden, enGa naar margenoot+ onderschreevenGa naar voetnoot(a). Voorts kwam men tot het leezen van een Sinodaal vonnis tegen de Personen der Remonstranten: waaraan de meeste uitheemschen, en alle de inlandschen hun zedegel hingen, Doch de Politiken verklaarden, dat zy hunne toestemming, op dit vonnis, niet geeven konden; maar dat men 't, van de algemeene Staaten, afwagten moest. Ook werdt het vonnis, alleenlyk, door de tweeScriben of Schryvers, Damman en Festus, ondertekend, en door Heinsius, tot getuigenis van 't gene 'er geschied wasGa naar voetnoot(b). Doch, na 't eindigen der Sinode, werdt het, door de algemeene Staaten volkomenlyk goedgekeurd en bekragtigdGa naar voetnoot(c). Voorts, werden de Belydenis en Catechismus gelezen en goedgekeurdGa naar voetnoot(d). Ook tradt men, tot het afdoen van eenige byzondere zaaken,Ga naar margenoot+ die voor de Sinode gebragt waren. Makkovius, Professor te Franiker, beschuldigd, dat hy God tot eene oorzaak der zonde stelde, werdt van Ketterye zuiver geschouwenGa naar voetnoot(e): de Leer van Vorstius, daarentegen, als onregtzinnig, veroordeeld, en hy onwaardig verklaard, om het. ampt van Doktor en Professor der Godgeleerdheid, in de Hervormde Kerke, te bekleeden: welk vonnis, daarna, door de algemeene Staaten, bevestigd werdtGa naar voetnoot(f). Ondertusschen, hade | |
[pagina 327]
| |
de Sinode beslooten, de Leeraars der Hervormde Kerken te vermaanen, dat zy zig onthielden van spreekwyzen, die de paalen van den regten zin der Schristuure te buiten gingen, en dertelen verstanden regtvaardige oorzaak gaven, om de waare Leer te lasteren. Ook geschiedde dit, sedertGa naar voetnoot(g), En hieldt men, hiermede, voldaan te hebben aan de begeerte van eenige uitheemschen, die sterk gedrongen hadden op de veroordeeling van eenige spreekwyzen, eertyds gebruikt, door Leeraars, die voor regtzinnig gehouden werdenGa naar voetnoot(h). Al het gemelde was afgehandeld, in honderdtweeënvystig zittingen. Nu schoot het stuk der KerkenordeningGa naar margenoot+ nog over, welk men niet geraaden vondt, te verhandelen, in de tegenwoordig heid der uitheemschen; waarom men besloot, deezen hun afscheid te geeven: 't welk zeer plegtiglyk geschiedde. Vooraf, tradt de Sinode, in orde, op den negenden van Bloeimaand, uit de Doele, haare gewoonlyke Vergaderplaats, naar de groote Kerke, daar Bogerman eerst een gebed, toen eene aanspraak deedt aan 't volk, dat, in groote menigte, van alle kanten, was samengevloeid. De Sinodaale Kanons over de vys punten en het vonnis van afzetting over de Remonstrantsche Hoogleeraar en Predikanten werden, vervolgens, door de Scriben, Damman en Festus, openlyk, gelezen: ook het getuigenis der Politiken, waarby zy, allenlyk verklaarden, dat de Kanons beslooten waren, en het vonnis gesteld. in de Sinode. Toen | |
[pagina 328]
| |
deedt Bogerman de dankzegging, en de Vergadering scheidde. Doch de Leden der Sinode kwamen, na den middag, in hunne gewoone Vergaderplaats, byeen, daar de honderdvierenvyftigste zitting gehouden werdt. Hier deedt de Raadsheer Martinus Gregorius, President der Politiken, na het gewoonlyk gebed, eerst eene korte dankzegging aan Gode, en eene bede, om verderen bystand, tot behoudenis der waarheid en herstelling der vrede. Daarna, keerde hy zig tot de uitheemschen, dezelven dankende, voor de hulpe, nu zes maanden lang, der Sinode beweezen. De President Bogerman nam toen het woord, en deedt nog uitgebreider dankzegging aan de uitheemschen, welken hy, vervolgens, hun afscheid gaf, en behouden' reize wenschte. De uitheemschen namen toen ook, na elkanderen, hun afscheid van de Sinode. Bogerman beslootalles, met een gebed en dankzegging aan Gode. Hierna, stonden de Politiken eerst op, groetende alle de uitheemschen in rang, met het geeven van de regterhand. De President, Assessoren, Scriben en alle de inlandschen volgden dit voorbeeld. Eindelyk, ging men ter maaltyd, onder't houden van welke, de ooren gestreeld werden, met een bevallig muzyk van stemmen en snaarenspel. Des anderendaags, werden de uitheemschen, van wege de algemeene Staaten, beschonken ieder met eenen gouden penning, ter waarde van honderdenvystig guldens, hangende aan eenen keten van vyftigGa naar voetnoot(i). | |
[pagina 329]
| |
De inlandschen hidden, na 't vertrek der uitheemschen, nog zesentwintig zittingen,Ga naar margenoot+ voornaamlyk over 't stuk der Kerkenordeninge, en over eenige byzondere zaakenGa naar voetnoot(k). Zy ontwierpen eene nieuwe Kerkenordening, op den voetvan die des jaars 1586. Doch ze werdt met goedgekeurd, by de byzondere StaatenGa naar voetnoot(l). De laatste zitting, zynde de honderdentagtigste, werdt, den negenentwintigsten van Bloeimaand, gehouden. Men tradt toen, in orde, naar de groote Kerk, alwaar Lydius, wederom, de preeke deedt. De Wethouderschap van Dordrecht, uit de Kerk, naar 't Raadhuis gegaan zynde, werdt, hier, door Bogerman en de Assessoren, bedankt voor de gunst en beleefdheid aan de Sinode, in haare Stad, beweezen. De Sinode, daarna, in haare gewoone Vergaderplaats, zynde wedergekeerd, werdt bedankt, door de Gemagtigden der algemeene Staaten, die, op hunne beurt, door den President Bogerman, bedankt werden. Ook bedankte deeze de gantsche Sinode: waarna hy de byeenkomst met een gebed endankzegging aan Gode besloot. Men scheidde, met het toesteeken van de regterhand der broederschap, en met betuigingen van onderlinge eendragten liefde, van elkanderenGa naar voetnoot(m). En dit was 't besluit deezer vermaarde Sinode: de kosten. van welke, door sommigen, op een millioen guldens, door anderen, nog hooger berekend, zynGa naar voetnoot(n). | |
[pagina 330]
| |
Vier dagen na dat men den uitheemschen hun afscheid gegeven hadt, welker sommigen, terstond, naar den Haage reisden, om, zoze zeiden, iet vreemds te zienGa naar voetnoot(o), geraakte de Advokaat Oldenbarneveld aan zyn deerlyk einde. Doch eer wy dit verhaalen, moeten wy den draad van 't verhaal der Regtspleeginge over hem en de andere gevangenen, wederom aanhegten, daar wy dien afgebroken hebben. |
|