Vaderlandsche historie. Deel 10
(1754)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXVI.
| |
[pagina 307]
| |
waardoor 'er nog eenige jaaren verliepen, eer de Maatschappy in stand kwam. Men hadt, in dit jaar, twee Gezantschappenafgezonden,Ga naar margenoot+ een naar Deenemarke, om de geschillen over den Zondschen tol te regelen, en een naar Engeland, tot vereffening, onder anderen, van eenige geschillen, van nieuws ontstaan, over den handel in Oostindie, over de vaart op Groenland en Spitsbergen, over den Lakenhandel, en over de HaringvisscheryeGa naar voetnoot(o). De onzen voeren ten Haring op de Engelsche kusten, zonder, na dat Koning Jakob de Steden van verzekering terug gegeven hadt, verlof daartoe te verzoeken van den Bevelhebber van Scarborowgh; gelyk zy tevooren plagten. Zy dekten zelfs hunne buizen, door eenige Oorlogsschepen, die niet schroomden, zig, onder Engeland, te vertoonen. 't Gemeen vondt dit vreemd in Engeland. Doch de Koning trok het zig niet aanGa naar voetnoot(p). Ten deezen tyde, werdt ook gehandeld, om de Nederlandsche Oostindische Maatschappy, met de Engelsche, te vereenigenGa naar voetnoot(q): hoewel dit werk, nimmer, tot stand kwam. Tegen de zeeschuimeryen in de MiddelandscheGa naar margenoot+ zee, die niet nalieten, wederom, sterk in zwang te gaan, hadden de Vereenigde Staaten eenige schepen uitgerust, onder den Admiraal Hillebrand Gerritszoon Quast, die, in 't voorjaar, eenen Turkschen Roover bemagtigde, omtrent Algiers. Eenentagtig Turken en Mooren | |
[pagina 308]
| |
werden in zee geworpen, en zevenden Christen Slaaven, te Alikante, aan land gezetGa naar voetnoot(r). Ga naar margenoot+Den kryg, tusschen den Aartshertoge Ferdinand en den Staan van Venetie, wederom ontsteken zynde, gaven de Vereenigde Gewesten deezen Staat vryheid, tot het koopen en uitrusten van eenige Oorlogsschepen, en tot het werven van tweeduizend man hier te Lande. De Nederlandsche schepen, die dit volk naar Italie hadden overgevoerd, geraakten, in 't wederkomen, op den vierentwintigsten van Zomermaand, in een gevegt met agt Spaansche Oorlogsschepen, met wederzydsche schade. De onzen, over welken Melchior van den Kerkhove, als Admiraal, geboodt, zeilden toen naar Korfu, om zig te herstellen. Wat laater, deedt de Nederlandsche Admiraal, Mooi Lambert, den Turkschen zeeschuimeren, wederom, merkelyke af breuk. Hy hieldt zig, den meesten Zomer, op, in de Middellandsche zee, die hy, eerlang, wederom, voor eenen tyd, veilig maakte voor de KoopvaardersGa naar voetnoot(s). Ga naar margenoot+Omtrent Goereede, werden, deezen Zomer, by zeer laag water, ontdekt de grondslagen van eene overoude Stad, van welker gelegenheid en ondergang men geen bescheid vindt, in oude schriften, ten ware men, hier, zoeken moest de vermaarde Koopstad Witlam aan de Maaze, waarvan, in schriften der negende eeuwe, gewaagd wordtGa naar voetnoot(t). Men vondt, in deeze blootgeraakte grondslagen, eenige Romeinsche munten en andere oudheden, waaruit afgenomen werdt, dat de Plaats, ten tyde | |
[pagina 309]
| |
der Romeinsche Regeeringe hier te Lande, gebloeid hadtGa naar voetnoot(u). Dit jaar, vertoonden zig, hier te Lande, twee Komeeten, een, in den Zomer, die maar agt dagen scheen, en een op het einde van Slagtmaand, die grooter was, en langer gezien werdt. Wyzen en onwyzen maakten 'er uitleggingen over, en scheenenze voor voorboden te houden van 's Lands ongevallen: hoewel eenigen toen reeds zagen, dat 'er, uit zulke verschynselen der natuure, niets, met grond, te voorspellen wareGa naar voetnoot(v). Op den twintigsten van Sprokkelmaand deezesGa naar margenoot+ jaars, was, binnen Brussel, overleeden Filips Willem, Prins van Oranje, zonder kinderenGa naar voetnoot(w). Hy hadt, by uitersten wil, tot zynen algemeenen Erfgenaam, verklaard zynen Broeder, Prins MauritsGa naar voetnoot(x), die, terstond, de titels zyns overleeden broeders, aannam, en zig in 't bezit stelde van Breda, Buuren, Ysselstein, Leerdam en andere Heerlykheden, hier te Lande. |
|