Vaderlandsche historie. Deel 10
(1754)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXX.
| |
[pagina 181]
| |
dat zy, niet door eene Provinciaale; maar door eene Nationaale Sinode, moesten weggenomen worden. Het houden van welk eene Sinode hy den Staaten, uit den naam zyns Meesters,’ want zelf was hy, meent men, nader In 't gevoelen der Remonstranten, dan in dat van hunne partyenGa naar voetnoot(k) ‘ernstelyk, aan-preesGa naar voetnoot(l).’ De Staaten van Holland, of deGa naar margenoot+ meeste Leden derzelven, zig voelende geraakt door deeze Rede, verdedigden hunne Refolutien, vrymoediglyk, den Gezant voorhoudende ‘dat de oorlog tegen Spanje, de oorzaak der Utrechtsche Vereeniging, niet om den Godsdienst begonnen was, maar om't schenden der vryheden, handvesten en voorregten, van welken geen der minsten was het regt van elk Gewest, om orde te stellen op de Kerkelyke zaaken: onder welk regt zy begreepen de magt om onwettige kerkelyke bestraffingen te beletten; om Kerkendienaars te stellen en af te zetten; om zig tegen in- en uitheemsch geweld te verzekeren, en om te verhinderen, dat de Geregtshoven provisien verleenden tegen de Resolutien der Staaten: het naarkomen van welke Resolutien zy, overeenkomstig met den raad, hun, door zyne Majesteit van Groot-Britanje, voorheen gegeven, nog hielden voor het beste middel, om de Kerkelyke eendragt te verkrygen. De Nationaale Sinode was, hiertoe, huns oordeels, geheel ondienstig, zo wel als de beslising der ge- | |
[pagina 182]
| |
schillen. Ook begreepen zy nog, dat deeze Sinode hun, door de andere Gewesten, niet mogt overdrongen wordenGa naar voetnoot(m).’ Ga naar margenoot+Doch, behalven in dit aintwdord, werdt Karletons Redevoering wederlegd, in een Boekje, zonder naam des Schryvers, in Slagtmaand, in 't licht gegeven, onder den titel van Weegschaal.De Gezant hieldt 'er zig zeer over gebelgd. De Koning zelf schreef 'er over, aan de algemeene Staaten; die, eindelyk, schoon zonder bewilliging van Holland, Utrecht en Overyssel, de Weegschaal verbooden, duizend guldens beloovende aan hem, die den Schryver, en zeshonderd guldens aan hem, die den Drukker wist aan te wyzen. Doch 't Plakaat, waarby dit verbod geschiedde, werdt, in verscheiden' Steden, met afgekondigd. Eenigen deeden, sedert, scherp onderzoek naar den Schryyer, zonder hem te ontdekkenGa naar voetnoot(n). De Sekretaris der Staaten van Utrecht, Gillis van Ledenberg, werdt verdagt gehouden, dat hy de hand gehad hadt, in dit werkjeGa naar voetnoot(o). Doch, naderhand, is gebleeken, dat Jakobus Taurinus, Remonstrantsch Predikant te Utrecht, de Weegschaal geschreeven hadtGa naar voetnoot(p). |
|