Vaderlandsche historie. Deel 7
(1752)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXXX. Handelingen der Staatsvergaderinge in Zeeland. Verandering in het dertiende Lid der Utrechtsche Vereeniging.Ter algemeene Staatsvergaderinge te Middelburg, tot welke wy nu te rug keeren, droeg men, wyders, zorg voor 't sterker bezetten van Bergen op Zoom en HeerentalsGa naar voetnoot(g), voor welke Plaatsen nu grooter vrees was, na 't overgaan van Steenbergen. Voorts, werdt in overweeging genomen, of 'er thans niet eenige verandering behoorde te vallen in het dertiende punt der nader Vereeniging van den jaare 1579, alzo alle de Vereenigde Gewesten de Hervormde Leer nu hadden aangenomen: waarop verklaard werdt ‘dat men den Hervormden Godsdienst zou handhaaven, zonder, in de Vereenigde Landen, eenigen anderen Godsdienst, openlyk, te gedoogen; doch dat men de Plaatsen, die, | |
[pagina 504]
| |
hierna, in 't Verbond zouden worden aangenomen, in dit stuk, naar haar eigen goeddunken, zou laaten handelen.’ Na 't neemen van dit Besluit en 't stellen van nader orde op de Regeeringe, waarvan, terstond, uitvoeriger; scheidden de algemeene Staaten, onder welken egter die van Gelderland, Utrecht en Overyssel niet verscheenen waren, van MiddelburgGa naar voetnoot(h), om, te Dordrecht, wederom byeen te komen. Ga naar margenoot+ Wat laater, viel Graaf Willem van den Berg, zwager van den Prinse van Oranje, in gegrond vermoeden van heimelyken handel met Parma. Graaf Jan van Nassau, 's Prinsen Broeder, hadt zig, in 't jaar 1581, ontslaagen van het Stadhouderschap van Gelderland, vooral, om dat hy zig, ter oorzaake van den handel met Anjou, geene vyanden in 't Ryk maaken wilde; en was naar zyne Duitsche Staaten te rug gekeerd. De Graaf van den Berg was toen, door 's Lands Staaten, op flaauwe aanpryzing des Prinsen van Oranje, verkooren tot zynen OpvolgerGa naar voetnoot(i): en hadt nu, sedert eenigen tyd, denkende, veelligt, dat alles zig schikte om Spanje toe te vallen, heimelyk beginnen te handelen met Parma, wien hy Zutfen beloofd hadt te zullen leveren. Doch deeze Stad, buiten zyn toedoen, den Spanjaarden in handen gevallen zynde, begon Parma te twyfelen, of de Graaf de andere omgelegen' Plaatsen, die, naar hy vernomen hadt, sterk bezet waren, | |
[pagina 505]
| |
hem wel zou konnen in handen stellen. Terwyl hy dan marde met sluiten, brak de bommel uit. De Graaf werdt, met zyne voornaamste bedienden en papieren, te Arnhem, verzekerd, op den vyftienden van Slagtmaand. 't Verraad ontdekte zig volkomen. Zelfs bleek, dat hy, reeds voor het aanvaarden van het Stadhouderschap, hadt beginnen te handelen met den vyand. Men bragt hem, eerlang, naar den Haage, daar hy zat tot in Lentemaand. Toen, uit inzigt voor zyne afkomst en maagschap, doch zonder dat de Staaten zig daarmede hadden willen moeijenGa naar voetnoot(k), geslaakt zynde, met verlof, om op eene onpartydige plaatse te gaan woonen, en onder bezwooren' belofte van den Staaten getrouw te zullen zyn en hun zyne sterktenGa naar margenoot+ te zullen leveren, koos hy, desonaangezien, openlyk, 's Konings zyde: in wiens dienst, eerlang, ook zyne drie Zoonen, Herman, Fredrik en Oswald zig begavenGa naar voetnoot(l). Tot Stadhouder van Gelderland, beriepen de Staaten des Landschaps, ten deezen tyde, Adolf, Graaf van Nieuwenaar en MeursGa naar voetnoot(m). |
|