Vaderlandsche historie. Deel 7
(1752)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXXI. Nieuwe styl, door den Paus ingevoerd.Voor 't einde des jaars 1582, voerde Paus Gregoor de XIII. eene andere tydrekening in, dan men, veele eeuwen herwaards, gebruikt hadt. Zy werdt, in de meeste Nederlanden, en, door den tyd, in allen aangenomen, en, in onderscheiding van den Ouden, den Nieuwen styl genoemd. De Kerkvergadering van Nicea, gehouden in den jaare 328, hadt geraamd, dat men, om 't Paaschfeest niet op éénen dag met de Jooden te vieren, daartoe zou kiezen den Zondag, die volgt op den veertienden dag der nieuwe maane, welke na de Lente-dag- en nagtsevening komt. Voor den dag deezer dagen nagt - evening nu, hadt men te houden den eenentwintigsten van Lentemaand, daar zy toen op viel. Doch naardemaal men het jaar, voor dien tyd, en sedert, plagt te rekenen op driehonderdvyfenzestig dagen en een vierde, welk vierde, om de vier jaaren, eenen dag uitmaakt, dien men dan, na den vierentwintigsten van Sprokkelmaand, gewoon was in te voegen: en naardemaal de zon, gelyk men spreekt, haaren loop aflegt, in omtrent els minuuten minder tyds, zo was hieruit gevolgd, dat de Lente-dag- en nagtsevening, in deezen jaare, tien dagen vroeger kwam, te weeten, niet op den eenentwintigsten, maar op den elfden van Lentemaand. Men zag, uit dit verschil tusschen het ge- | |
[pagina 470]
| |
meen en zonnejaar, zo veel verloop in de Feestdagen der Roomsche Kerke te gemoet, dat het, eindelyk, zou konnen gebeuren, dat Kersttyd viel midden in den Zomer. De Landluiden ook, gewoon zig, in 't zaaijen en planten, naar deeze Feestdagen te schikken, moesten verlegen staan, als dezelven in andere zonnemaanden kwamen, dan te vooren. De Paus trok dan, om dit verloop te verhelpen, tien dagen af van het tegenwoordige jaar: beveelende, dat men, na den vierden van Wynmaand, dag van S. Franciskus, niet den vyfden, maar den vyftienden schryven zou. Voorts keurde hy, dat men, om diergelyk verloop, in 't vervolg, te voorkomen, na het jaar 1600, de drie eerstkomende honderdste jaaren, te weeten het jaar 1700, 1800 en 1900, voor geene schrikkeljaaren zou hebben te rekenen, gelyk, naar den Ouden styl, moest geschieden; maar wel het jaar 2000, en zo vervolgens; waar uit ontstaan moest, dat de oude en nieuwe styl, die nu tien dagen verschilden, na ieder der drie volgende honderdste jaaren, een' dag meer verschillen zouden: door welke schikking, een merkelyk verloop in de Feesttyden, voor veele duizenden jaaren, genoegzaam voorkomen is. De Onroomsche Mogendheden, Engeland, Deenemarke, Zweeden en verscheiden' Duitsche Vorsten weezen egter 's Pausen schikking van de hand: de Roomschen, als de Keizer, Boheeme, Frankryk, Spanje en de Italiaansche Mogendheden omhelsdenze gereedelykGa naar voetnoot(u). De | |
[pagina 471]
| |
Hertog van Anjou geboodt ook, by Plakaat van den tienden van WynmaandGa naar voetnoot(v), dat men, hier te Lande, den vyftienden dier maand den vyfentwintigsten zou hebben te noemen, waardoorze maar eenentwintig dagen hebben zou, terwyl nogtans, voor dit loopende jaar, de verval- en betaaltyden de gewoone streek zouden blyven houden. Brabant, Vlaanderen, Artois, Henegouwen, Holland en Zeeland schikten zig naar 's Hertogs Plakaat, welk, op aanschryving des Prinsen van Oranje, in Holland, alomme afgekondigd werdtGa naar voetnoot(w). Nogtans begreep men, aldaar, in 't volgende jaar, dat de tien dagen, om zekere goede inzigten, op de Jaarwedde zyner Doorlugtigheid, die, voor eenigen tyd, met vyftienhonderd guldens ter maand verhoogd wasGa naar voetnoot(x), niet zouden gekort wordenGa naar voetnoot(y). In Gelderland, Zutfen, Utrecht, Overyssel, Friesland, Groningen en elders, hieldt men zig nog lang aan den ouden styl, dien sommigen ook als bekwaamer tot het rekenen der tyden aanpryzen. Wy zullen ons egter, voortaan, bedienen van den nieuwen, die, in Holland, welks geschiedenissen wy inzonderheid beschryven, terstond, aangenomen is. Midlerwyl, werdt de winter niet geheellykGa naar margenoot+ gesleeten, zonder iets te onderneemen. Des nagts na den agtsten van Louwmaand, werdt Eindhoven verrast, door eenen hoop Fran- | |
[pagina 472]
| |
schen, onder den Heere van Bonnivet. Helmond en andere sterkten in dien oord gingen ook, kort hierna, over aan de StaatschenGa naar voetnoot(z). Doch dit gunstig begin des nieuwen jaars werdt gevolgd van een' ramp, die Anjou, op eens, al zyne eer benam, en de Landen op 't punt van hun bederf bragt. 't Gewigt der zaake vordert, dat wy 'er den oorsprong beknoptelyk van aanwyzen. |
|